Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [1]alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt gesteld [2]voor de mensen in de zaken, die bij God [te doen zijn], opdat hij offere [3]gaven en slachtofferen voor de zonden; 1. Namelijk gelijk die zijn geweest, die uit de nakomelingen van Aaron wettelijke priesters zijn geworden. Want Paulus heeft dezen brief geschreven terwijl de tempel nog stond, en ziet op de wijze van doen, die toen nog genoeg bekend was. 2. Dat is, om der mensen wil, tot hun voordeel en dienst, om de mensen met God te verzoenen, of enige weldaden van God te verwerven. 3. Door deze eerste soort worden verstaan de offeranden, die van de vruchten en andere dergelijke dingen werden geofferd; door de tweede, de offeranden van gedierten of beesten, die aan het altaar werden geslacht en alzo geofferd.